Hoofdstuk 7 Het midden oosten

7.1 Nationalisme in het midden-oosten

Het Ottomaanse Rijk (tot 1923)
In het begin van de 20e eeuw was het Ottomaanse Rijk nog een groot rijk dat het grootste deel van het Midden-Oosten beheerste. Het rijk was al eeuwen machtig, maar tegen 1900 verloor het steeds meer controle over zijn gebieden door interne problemen en invloeden van Europese landen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) vocht het Ottomaanse Rijk aan de kant van Duitsland, maar verloor. Na de oorlog viel het rijk uit elkaar. In 1923 werd Turkije gesticht, en de andere gebieden van het Ottomaanse Rijk kwamen onder controle van Europese landen, zoals Groot-Brittannië en Frankrijk.

De rol van Groot-Brittannië en Frankrijk
Na de Eerste Wereldoorlog verdeelden Groot-Brittannië en Frankrijk het Midden-Oosten via het Sykes-Picot-akkoord.

  • Groot-Brittannië kreeg de controle over Palestina, Transjordanië (nu Jordanië) en Irak.
  • Frankrijk kreeg Syrië en Libanon.

Dit werd gedaan onder het mandaat van de Volkenbond, maar de lokale bevolking was vaak ontevreden, omdat ze geen eigen onafhankelijkheid kregen.

Het zionisme en de Joodse migratie
Vanaf het eind van de 19e eeuw ontstond het zionisme, een beweging van Joden die een eigen thuisland wilden stichten in Palestina. Palestina was toen nog onderdeel van het Ottomaanse Rijk en later een Brits mandaatgebied. Veel Joden verhuisden naar Palestina, vooral vanwege antisemitisme in Europa. Na de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) nam de Joodse migratie naar Palestina sterk toe, omdat veel Joden geen veilig thuis hadden in Europa.

Spanning tussen Joden en Arabieren
De toename van Joodse migranten veroorzaakte spanningen met de Arabische bevolking in Palestina, die bang waren dat hun land werd ingenomen. Groot-Brittannië probeerde dit conflict te beheersen, maar slaagde daar niet goed in. Soms beloofden ze steun aan de Joden (Balfour-verklaring, 1917), maar ook aan de Arabieren (bijvoorbeeld in ruil voor hulp tijdens de Eerste Wereldoorlog). Hierdoor groeide het wantrouwen bij beide groepen.

7.2 Oorlog en vrede

Het ontstaan van het conflict (1948)
In 1948 riep Israël zichzelf uit tot een onafhankelijke staat, maar veel Arabische landen erkenden deze nieuwe staat niet. Meteen brak de eerste oorlog uit, waarbij Arabische buurlanden zoals Egypte, Jordanië en Syrië Israël aanvielen. Israël wist deze oorlog te winnen, maar het conflict had grote gevolgen:

  • Veel Palestijnse Arabieren vluchtten of werden verdreven, wat leidde tot het vluchtelingenprobleem.
  • De spanningen tussen Israël en Arabische landen bleven hoog.

Latere oorlogen
Er volgden meerdere oorlogen tussen Israël en Arabische landen, met belangrijke gevolgen:

  1. Zesdaagse Oorlog (1967)
    • Israël veroverde de Gazastrook, de Sinaï (van Egypte), de Westelijke Jordaanoever (van Jordanië) en de Golanhoogten (van Syrië).
    • Dit vergrootte de macht van Israël, maar ook de spanningen, omdat veel Palestijnen nu onder Israëlisch bestuur kwamen te leven.
  2. Jom Kipoeroorlog (1973)
    • Egypte en Syrië vielen Israël onverwacht aan om verloren gebieden terug te krijgen.
    • Israël hield stand, maar het liet zien dat de regio nog steeds erg instabiel was.

Werken aan vrede
Ondanks de oorlogen werden er pogingen gedaan om vrede te sluiten:

  1. Camp David-akkoorden (1978)
    • Egypte was het eerste Arabische land dat vrede sloot met Israël.
    • Egypte kreeg de Sinaï terug, en Israël werd erkend als staat.
    • Dit zorgde voor meer stabiliteit, maar Egypte werd door andere Arabische landen bekritiseerd.
  2. Oslo-akkoorden (1993)
    • Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) erkenden elkaar.
    • Er werd afgesproken dat de Palestijnen meer zelfbestuur zouden krijgen in delen van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.
    • Toch bleef er wantrouwen, en veel afspraken werden niet volledig uitgevoerd.

Gevolgen van het conflict

  • Voor de Palestijnen: Veel Palestijnen leven nog steeds in vluchtelingenkampen of onder moeilijke omstandigheden. De roep om een eigen staat blijft, maar er is nog geen definitieve oplossing.
  • Voor Israël: Ondanks militaire kracht blijft het land omgaan met conflicten en dreigingen van buurlanden en Palestijnse groepen zoals Hamas.
  • Voor de regio: Het conflict heeft bijgedragen aan instabiliteit in het Midden-Oosten en beïnvloedt nog steeds de internationale politiek.

7.3 Voortdurende tegenstellingen

Verdeeldheid onder Palestijnen
De Palestijnen streven naar een eigen staat, maar zijn vaak verdeeld over hoe dat doel bereikt moet worden. De twee belangrijkste groepen zijn:

  1. Fatah
    • Geleid door de Palestijnse Autoriteit (PA), gevestigd op de Westelijke Jordaanoever.
    • Fatah staat open voor onderhandelingen met Israël en steunt een tweestatenoplossing.
  2. Hamas
    • Een islamitische organisatie die de Gazastrook bestuurt sinds 2007.
    • Hamas weigert Israël te erkennen en pleit voor gewapend verzet.

Deze verdeeldheid heeft geleid tot interne conflicten en belemmert de samenwerking. De Palestijnen hebben daardoor moeite om als één blok op te treden in onderhandelingen met Israël. Dit maakt het bereiken van een oplossing moeilijker.

Verdeeldheid onder Israëliërs
Ook binnen Israël bestaan er meningsverschillen over hoe met het conflict om te gaan:

  1. Rechts (hardliners)
    • Willen veiligheid en controle boven alles.
    • Steunen vaak de uitbreiding van nederzettingen in bezette gebieden, wat de spanningen met de Palestijnen vergroot.
  2. Links (vredesactivisten)
    • Pleiten voor concessies aan de Palestijnen, zoals het stoppen van nederzettingen en het terugtrekken uit bepaalde gebieden.
    • Steunen een tweestatenoplossing om een vreedzaam einde aan het conflict te maken.

Deze politieke verdeeldheid zorgt ervoor dat Israëlische regeringen vaak instabiel zijn en het lastig is om een eenduidig beleid te voeren.