Hoofdstuk 1: Regenten en vorsten

Inleiding

Het zesde tijdvak heet ‘’regenten en vorsten’’ en liep va 1600 tot 1700. Tijdens deze periode vond de gouden eeuw plaats, dit was een periode van grote welvaart voor Nederland (ook wel republiek genoemd in deze tijd). Over de naam gouden eeuw is de laatste jaren veel discussie, de eeuw was namelijk niet voor iedereen zo fijn. Slaven hadden het slecht en ‘’gewone’’ mensen waren vaak helemaal niet heel rijk.

1.1 Gouden eeuw in Nederland

Tijdens de gouden eeuw in Nederland was met volop aan het handelen. In steden als Amsterdam stonden een aantal stapelplaatsen, hier werden de handelsproducten opgeslagen. Veel van de handelsproducten waren in bezit van ondernemers. Het systeem van ondernemers die geld in hun bedrijven steken noemen we kapitalisme, in een economie waarin handel de grootste rol speelt noemen we het handelskapitalisme. In een kapitalistisch systeem is ook vaak concurrentie, dit betekend dat er meer mensen hetzelfde doen. Dit zorgt ervoor dat bedrijven verbeteren of de prijzen omlaag gaan.

Door de groeiende economie groeide de steden ook. Om de grote groei die in Nederland veel in de steden te merken was aan te kunnen werden er veel huizen bij gebouwd. In sommige steden zoals Amsterdam werden extra wijken gemaakt achter drie groten grachten. Deze gracht wijken noemen we ook wel de grachtengordel. Een woning dichtbij water was vaak makkelijk omdat veel vervoer van de republiek nog via water ging. Bijvoorbeeld doormiddel van trekschuiten.

Om de gegroeide bevolking van voedsel te voorzien was extra landbouwgrond nodig, deze grond werd gewonnen doormiddel van windmolens, deze pompten water weg.

1.2 Machthebbers in Europa

In Nederland die zoals eerder gezegd ook wel ‘’de republiek’’ werd genoemd lag het grootste deel van de macht in handen bij de regenten, dit waren grotendeels rijke burgers. De belangrijkste persoon was de stadhouder die uit de Oranje familie kwam. De stadhouder ging over het leger en zijn stem was zeer belangrijk in de politiek.

In Frankrijk was een heel ander politiek systeem namelijk het absolutisme. Bij dit systeem had één koog alle macht in handen. Wel waren er ministers die de koning konden adviseren. Een veel genoemd voorbeeld van een absoluut vorst is Lodewijk XIV die ook wel de zonnekoning werd genoemd.

Engeland word als laatste land behandeld in dit hoofdstuk en heeft weer een ander systeem. Het land had net als Frankrijk een koning maar deze had een stuk minder macht, hij moest namelijk vaak toestemming vragen aan het parlement en kon dus niet zomaar alles doen wat hij wou. De kroon die werd gegeven door dit parlement was een symbool dat de koning ondergeschikt was.

1.3 Europa en de wereld

In de 17e eeuw ontstond een wereldeconomie, dit systeem word gekenmerkt door de wereldwijde handel. Vanuit Nederland gingen veel schepen naar het oosten waar ze handel dreven in Oost Indië (zuidoost Azië). Toen veel handelaren gingen samenwerken ontstond in 1602 de VOC (verenigd oost Indische compagnie), doordat zij uiteindelijk een monopolie kregen en dus de enige waren die mochten handelen in het oosten konden ze hoge prijzen vragen. Er was namelijk geen concurrentie. Voorbeelden van producten waarin de VOC handelde waren peper, noodmuskaat en kruidnagel.

Naast de VOC bestond ook nog de WIC de west Indische compagnie, deze ging inplaats van het oosten naar het westen waar de driehoekshandel ontstond. In Afrika werden slaven gehaald die vervolgens in Amerika verkocht werden of geruild tegen producten als tabak, suiker en koffie. 

1.4 De stedelijke cultuur van Nederland

In Nederland waren relatief veel burgers erg rijk. Een ding waar ze veel in investeerden was kunst, dit maakte Nederland uniek want in veel andere Europese landen kocht vrijwel alleen de adel kunst. Een bekende Nederlandse schilder was Rembrandt van Rijn die onder andere de nachtwacht schilderde. 

De schilderkunst was niet de enige vorm van cultuur die opkwam in de republiek, ook de literatuur kwam op. Dit zijn verhalen en gedichten die bedoeld zijn als kunst.

Een ander kenmerk van de Nederlandse cultuur was het Calvinisme, een soort christendom. Nederland was dan wel Calvinistisch, er werden wel andere geloven gedoogd. Dit betekende dat bijvoorbeeld katholieken ook konden leven en wonen in Nederland zonder vervolgd te worden. 

Naast cultuur was er ook veel aandacht voor wetenschap, dit noemen we ook wel de wetenschappelijke revolutie. Tijdens deze revolutie waren er een aantal belangrijke wetenschappers waaronder:

  • Galileo Galilei (Ontdekker dat de aarde om de zon draait)
  • Christiaan Huygens (Maakte het eerste nauwkeurige uurwerk)
  • Isaac Newton (Ontdekte de wet van zwaartekracht)

Andere filmpjes die je kan bekijken